Historie Molenaar

Over ons

Al meer dan 300 jaar

specialist in zeilen maken

Onze service begint altijd met een goed gesprek. Uw wensen en ons vakmanschap ontmoeten elkaar in perfect ontworpen en gemaakte zeilen. Het is deze toegewijde aanpak die steevast leidt tot zeilen van topkwaliteit. Zeilen van Molenaar zijn niet complex en daarom ontzettend gebruiksvriendelijk. Zeilen van Molenaar doen wat ze moeten doen: uw schip hard en hoog laten zeilen, met minder helling. Erg handig, of nu toerzeiler bent of in een wedstrijd moet anticiperen op manoeuvres van uw tegenstanders. Met Zeilmakerij Molenaar merkt u hoe veelzijdig een zeilmaker kan zijn.

Over Zeilmakerij Molenaar

Wij zijn zelf zeilers

Alle mensen die werken bij Zeilmakerij Molenaar hebben passie voor de watersport. Hierdoor maken we razendsnel de koppeling tussen uw wensen en de praktische mogelijkheden. Onze service begint altijd met een goed gesprek en als u dat op prijs stelt, dan gaan we graag met u mee het water op.

Traditiegetrouw maken wij al 300 jaar kwaliteitszeilen met een lange levensduur. Duurzaamheid, prestatie, windbereik en gebruiksvriendelijkheid zijn voor ons belangrijke criteria. Toer- of wedstrijdzeilers, langeafstandzeilers op zout of avondgenieters die een rondje op de plassen maken, Zeilmakerij Molenaar maakt zeilen voor iedere zeiler.

Het resultaat is een zeil met een uitstekende vormvastheid, en een glad en aerodynamisch profiel voor een optimale prestaties aan de wind. Op ruimere koersen staat het achterlijk voldoende open (twist), zodat uw schip bij meer wind minder helling en roerdruk heeft, waardoor u minder snel hoeft te reven.

Wat u wilt en wat wij maken, komt voort uit een gedeelde passie: hard en hoog zeilen.

De rijke historie van Zeilmakerij Molenaar

Ons bedrijf is opgericht in 1720, ruim drie eeuwen geleden! Sinds 1884 jaar maken we zeilen onder de naam Molenaar. Uit onze ruim 300 jaar lange historie geven we hieronder een aantal mijlpalen weer.

2023

Zeilmakerij Molenaar en NED31 Sails Production bundelen sinds 1 februari 2023 hun krachten. Beide bedrijven zijn uniek en goed in wat ze doen, en ze zijn ervan overtuigd dat ze gezamenlijk meer kunnen betekenen voor de zeilsport! Dankzij de samenwerking kan nu elke zeilwens worden vervuld.

2005-nu

In 2010 komt Jens Jongsma in dienst. Jens is de zoon van Jaap Jongsma. Jens had net zijn opleiding CIOS Watersport afgerond en was begonnen aan een HBO-vervolg. Dat beviel niet en zo stapte hij na anderhalve week HBO over naar de zeilmakerij. Een grote opruiming van de zolder was de aanleiding om te starten met de verkoop van tweedehandszeilen.

Jens maakte zich het werk van onderaf eigen. Na de zolder, begon hij ‘op de vloer’ mee te helpen met repareren van zeilen. Gevolgd door een aantal jaren meedraaien in nieuwe zeilen en werkvoorbereiding. Inmiddels maakt Jens al een aantal jaar onderdeel uit van het verkoopteam en treedt hij meer op de voorgrond als eerste contact voor klanten, offertes opstellen en promotionele activiteiten verzorgen.

2005

Jaap Jongsma en Pierre Modderman nemen het bedrijf over van Pim Schurink. Ze besluiten de watersportwinkel af te stoten, vanwege de te grote (verplichte) voorraad en het geringe rendement.

De zeilmakerij is specialist in zeilen voor rond- en platbodems en dreigt een ietwat eenzijdig imago te krijgen. Dat specialisme kwam mede door de hausse in de Lemsterakenklasse rond 1995, waardoor Molenaar marktleider werden in deze klasse.

Jaap en Pierre verbreden de werkzaamheden met het ontwerpen en maken van zeilen voor grote wedstrijdjachten, eenheidsklassen en jeugdklassen. Vooral dit laatste blijkt een gouden zet: veel jeugdzeilertjes van toen zeilen nu nog steeds met zeilen van Molenaar, maar dan in hun gezinsjachten.

De digitalisering krijgt ook een vaste plek binnen de zeilmakerij. In combinatie met de nieuwe mogelijkheden voor ontwikkeling en fabricage van de moderne doeksoorten, besluiten Jaap en Pierre een samenwerking aan te gaan met Quantum Sail Design Group. De gedachte was: als klein bedrijf moet je niet proberen het wiel zelf opnieuw uit te vinden. Het resultaat van deze samenwerking was dat Molenaar de meeste zeilen nog steeds onder eigen naam en logo maakte, maar dat zeilen voor speciale schepen (one of a kind) door Quantum werden ontwikkeld, gesneden, geplakt en genaaid.

1991-2023

Pierre Modderman komt in 1991 in dienst. Hij wordt belast met de watersportwinkel, die door mevrouw Schurink is opgezet en door haar werd gerund. Daarnaast houdt Pierre zich bezig met het tuigen van jachten. Eind 2023 besluiten Jaap en Pierre zich te richten op hun eigen specialisme, onder een eigen bedrijfsnaam. Pierre Modderman richt Modderman Maritiem op, op de locatie naast de zeilmakerij. Beide voormalige compagnons blijven nauw samenwerken.

1986-nu

In 1986 komt Jaap Jongsma in dienst als leerling-zeilmaker. De man die hem het vak zou leren, vertrok al na drie weken. Dat lag niet aan Jaap, maar hij moest het nu verder zelf maar uitdokteren, iets wat hem uiteindelijk heel goed is gelukt. De computer die Pim Schurink had aangeschaft, is nu Jaap zijn speeltje. Ervaring had hij er niet mee, maar dat veranderde snel. Jaap werd zo de beoogde opvolger van Pim Schurink.

1980

Jachtwerven leveren het ene na het andere schip op en dat betekent veel werk voor de zeilmakerij. Ook de chartervaart groeit en veel schippers weten Grou te vinden. In deze periode komt de eerste computer met toen nog simpele software; zeilen maken zal digitaler gaan worden.

1965

In 1965 kwam Pim Schurink in het bedrijf. Zijn moeder was een zuster van Tjerk Molenaar (1923), die dus zijn oom was. Pim was ’s zomers in de zaak en ’s winters veel op pad om werk binnen te halen. Door verschil van zakelijk inzicht duurde het dienstverband slechts korte tijd. Toevallig kwam in dezelfde tijd een baan als bedrijfsleider vrij bij zeilmaker U. de Vries, ook in Grou. Hier bleef Pim actief tot hij in 1979 weer bij zijn oom Tjerk Molenaar aan de slag ging. Er werden nu duidelijke afspraken gemaakt en in hetzelfde jaar nam Pim Schurink het bedrijf over. Al gauw zag hij dat er te veel personeel en te weinig werk was. Een drastische sanering was het gevolg. Door de nadruk te leggen op hoge kwaliteit van de tuigen en het stipt nakomen van afgesproken levertijden, wist hij binnen korte tijd het tij te keren.

1940-1960

Kort voor de Tweede Wereldoorlog lanceert Bruynzeel de open zeilboot Valk. Molenaar mocht na een zeer scherpe calculatie de eerste tweehonderd tuigen leveren voor deze hechthouten zeilboot. Een zeer welkome opdracht voor de aankomende vijf donkere oorlogsjaren, zo weten we achteraf.

Tot 1944 levert Molenaar regelmatig nieuwe zeilen, maar het aandeel reparaties neemt toe. In 1944 zakt de markt voor zeilmakers geheel in. De (grotere) bedragen die dan nog binnenkomen, variërend tussen ƒ 200,– en ƒ 600,–, zijn afbetalingen van beroepsschippers.

Het jaar 1945 begint aarzelend, maar na de maand maart wordt het weer ‘ouderwets’. In 1947 komen de jachtwerven ook weer terug, net als voor de oorlog. Niet alleen regionaal, maar opdrachten komen weer uit het hele land. Molenaar mag opvallend veel nieuwe zeilen ‘naar het oude model’ maken. Vanaf 1956 worden tientallen tuigen gemaakt voor de Celebrity-klasse, een exportversie van de 16 m2, maar dan met torentuig en midzwaard. Ze werden in Sneek (Alberda) en in Grou (Wester) gebouwd voor de Amerikaanse markt.

1940

De overdracht van kennis was nog nooit het gilde-tijdperk ontstegen en ging over van vader op zoon. Overgrootvader Tjerk Molenaar (1884) had alle maten en modellen in zijn hoofd. Alleen hij bezat de kennis. Dat was ook zo bij grootvader Simke Molenaar (± 1900), die volgens ‘bestekken’ werkte die alleen hij kende en die alleen hij kon (laten) uitvoeren. Hij was doodsbenauwd, zoals de meeste zeilmakers, dat personeelsleden met zijn gegevens naar een concurrent zouden overlopen of voor zichzelf zouden beginnen. Oom Tjerk Molenaar (1923) was de eerste die volgens tekeningen ging werken. Het meten en tekenen had hij op een speciale cursus geleerd. De tekeningen werden voor de zekerheid wel in de brandkast bewaard.

1930

In de jaren dertig van de vorige eeuw was de Groninger scheepswerf Gideon van J. Koster Hzn. een regelmatig terugkomende klant. Op deze werf werden tientallen van de later zo bekende Groninger coasters van 200 tot 350 ton gebouwd. Molenaar leverde voor deze schepen dekkleden over de luiken, kleden over de kappen, hoezen over de luchthappers en de open stuurstand. In de eerste jaren soms ook nog een steunzeiltje. Het waren steeds orders van ƒ 800,– tot ƒ 1200,–.

Alle orderboeken zijn nog bewaard en terugbladerend bleek dat het jaar 1938 een topjaar is geweest. Er werden toen 285 complete tuigen voor jachten afgeleverd en zo’n 60 dektenten. Naast ander werk maakten ze dus bijna elke werkdag een nieuw tuig!

Ook boeren maakten nog een behoorlijk deel uit van het klantenbestand: hooinetten en hooikleden maken en herstellen, hoorn- en staarttouwen, paardenleidsels, paarden- en koeiendekken, etc. De 16mwas inmiddels een populaire klasse geworden en bij Molenaar heette dit schip toen nog altijd vergrote BM. Een nieuw grootzeil + fok kosten ƒ 73,–. Bij hoge uitzonderling werd in 1936 een zeil voor een skûtsje gemaakt, voor de Cosmopoliet, in 1904 gebouwd bij A.T. v.d. Werff te Warga. Het zeil was van Amerikaans katoen no. 2 en kostte ƒ 143,64.

De watersport groeit en bloeit als nooit te voren en Molenaar heeft een goede naam bij watersporters. Er worden zeilen gemaakt voor inmiddels gangbare eenheidsklassen zoals Vrijbuiters, BM, 16m2, Olympiajollen, 22m2, 30m2 en Regenbogen. Molenaar maakt ook veel zeilen in opdracht van jachtwerven, in Friesland maar ook opvallend veel voor bedrijven in het westen des lands. Ook de nu beroemde werf W. Huisman & Zn. in Ronduite/Vollenhove bestelde zeilen voor zijn rond- en platbodems bij Molenaar. Een voorbeeld is een tuig voor een Staverse jol voor het bedrag van ƒ 390,06.

1926

Eén opdracht voor de beroepsvaart moeten we hier zeker noemen, omdat die twee belangrijke zaken aangeeft. In 1926 werd voor schipper Lammert Brouwer uit Nijbeets een ‘wedstrijdzeil’ gemaakt voor zijn skûtsje Rust na Arbeid, in dat jaar gebouwd bij Barkmeijer te Enumatil. Voor het eerst gebruikten ze het woord ‘wedstrijdzeil’ (zaak 1). Het zeil werd gemaakt van Amerikaans katoen no. 1, en zo staat vermeld: “nog uit de hand genaaid door IJme Alkema in 182 uren” (zaak 2). Brouwer moest voor deze uitzondering wel ƒ 18,– meer betalen. De laatste opmerking duidt er op dat de naaimachines al lang hun intrede hadden gedaan. In Amerika werden ze rond 1870 geïntroduceerd onder andere door Singer, vooral voor huishoudelijk gebruik. In Europa kwamen na 1880 de meeste industriële naaimachines uit Engeland en uit Duitsland. Bij Molenaar staan nog twee Duitse Adler-machines, maar wel van latere datum.

Rond 1920 hebben de beroepsvissers op de Waddenzee goede garnalenvangsten. Zij verdienden goed en zeker 15 vissers bestelden bij Molenaar nieuwe zeilen. Opvallend zijn de leveringen aan de vissers uit Wierum en Paessens-Moddergat. In 1883 werden deze dorpen door een ramp getroffen, waarbij vele vissers en bijna de gehele vissersvloot verloren gingen. Een heel letterlijk voorbeeld van de een zijn dood, ….

Vanaf 1915 komt de pleziervaart op, terwijl de zeilende beroepsvaart afneemt. De klantenkring kwam aanvankelijk voornamelijk uit Friesland, maar dat veranderde snel. Eigenaren vanuit het hele land met opkomende ‘kleine’ jachtjes lieten nu zeilen maken bij Molenaar: Vrijbuiters, 12 voetsjollen, Regenbogen en plezierschouwen. Na 1920 voerde katoendoek zoals Katoen No. 2 Corner Mills of Russel Mills de boventoon.

1894

In 1894 levert Molenaar een compleet nieuw tuig voor een nieuwe boeier, gebouwd bij Eeltje Holtrop van der Zee te Joure voor eigenaar Mr. B.P. van Harinxma thoe Slooten. Deze boeier Friso is het tegenwoordige Statenjacht van de provincie Fryslân. Aan boord van schip zijn nog steeds Molenaarzeilen, nu niet meer van katoen, maar van dacron.

Het grootste deel van de zeilproductie is eind negentiende eeuw nog steeds voor de zeilende beroepsvaart, lees: vracht- en vissersschepen. Schippers en vissers waren kennelijk mans genoeg hun nieuwe zeilen op het schip aan te slaan en te trimmen. Voor de boeiers moest Molenaar doorgaans de zeilen hijsen en passen, in de thuishaven van het jacht of te Grou. Dat leverde vaak opmerkingen op als ‘staat er mooi bij’, of ‘moet niet te ruim op de giek’.

1720-1884

In 1884 nam Tjerk Molenaar de zeilmakerij van zijn baas Theunis Sikkema over. Het bedrijf bestond toen zeker al 150 jaar. Tjerk was toen 45 jaar en al 26 jaar in dienst bij Sikkema. Vanaf deze overname in 1884 is de naam van het bedrijf: Zeilmakerij Molenaar. Het bedrijf dat Tjerk Molenaar toen overnam was een zeilmakerij, taanderij en touwslagerij.

Het meest gebruikte doek in de eerste jaren was het zogenaamde Karldoek, ook wel geschreven als Carldoek of Karreldoek. Aanvankelijk werd dit uit hennep geweven. In de praktijk was gebleken dat Nederlands zeildoek, geweven uit met de hand gesponnen inlandse hennep, sterker was dan buitenlandse doek, maar het was ook wel iets duurder. Na ongeveer 1850 vervingen zeilmakers hennep door vlas en stapten veel weverijen over op machinaal spinnen en weven.

De eerste opdracht die Tjerk Molenaar in 1884 kreeg, kwam van de bekende scheepsbouwer Eeltje Holtrop van der Zee uit Joure. Het werd een nieuw zeil van Hollands Karldoek. De tweede notitie in het debiteurenboek was de levering van een halfsleten vok ƒ 9,– en een halfsleten zeil met gaffel ƒ 70,–. Hierbij kwamen nog enige werkzaamheden en het totaalbedrag bedroeg ƒ 114,64. Dit bedrag werd in drie termijnen afbetaald, verdeeld over vier jaren. Hieruit blijkt dat Molenaar ook de door Sikkema ingeruilde tuigen mee had overgenomen. Zo leverde hij in datzelfde jaar (1884) een halfsleten Drentse fok voor ƒ 45,–. Dit bedrag werd in vier delen afbetaald, de laatste keer in 1905, dus na 21 jaar. Over armoede en vertrouwen gesproken!

Ook linnen had zijn intrede gedaan. Voor een jacht leverde Molenaar een kluivok van ligt wit linnen. Tien jaar later werd voor een moderne beroepsschipper de eerste fok gemaakt van katoendoek voor een vrachtschip. Opvallend is Molenaars gebruik van de F en de V. Zo werd er een sprietzeil gemaakt van Flaams linnen. Een paar jaar later staat genoteerd: Voor Mijnheer Gustave Steurbant te Gent een nieuw zeil gemaakt van katoendoek van zijn eigen fabrikaat en door hem zelf geleverd”. Dankzij deze notitie weten we dat het Flaamse doek uit Gent kwam.

 

Opeenvolgende eigenaren

  • 2005 Jaap Jongsma & Pierre Modderman
  • 1979 S.T.O. (Pim) Schurink
  • 1923 Tjerk Molenaar
  • ± 1900 Simke Molenaar
  • 1884 Tjerk Molenaar
  • 1872 Theunis Sikkema
  • 1847 Evert Sikkema
  • 1828 Wybe Dam & Hidde Tjelkens
  • 1804 Sipke Sjoerds
  • 1769 Ate Ypes Faber
Valk 4 historie
Historie Molenaar
Historie Molenaar
Historie Molenaar